Johan van der Gugten en Meike van der Gugten waren 31 jaar eigenaar van het garagebedrijf.

Joeri Rietveld is per 1 november de nieuwe eigenaar van VD Gugten Porsche Service, een garagebedrijf in Bodegraven. Rietveld neemt het stokje over van Johan van der Gugten en Mieke van der Gugten. Dat meldt het bedrijf in een persbericht.

‘Rietveld is al sinds 2003 bij ons werkzaam’, stelt het bedrijf. ‘Hij is altijd heel betrokken geweest, weet als geen ander hoe wij te werk gaan en wat voor ons de belangrijkste waarden zijn geweest in het ondernemen; eerlijkheid, transparantie en vooral liefde voor het merk.’

Johan van der Gugten werkt al ruim dertig jaar als zelfstandig specialist en blijft nog een aantal maanden betrokken bij VD Gugten Porsche Service. Hierna zegt hij ook niet helemaal te vertrekken ‘van het door ons geliefde merk dat als een rode draad door ons leven loopt’.

Porsche heeft in de eerste helft van 2024 een daling van 6,8 procent in de autoverkoop gemeld. De Duitse fabrikant van luxe sportwagens leverde wereldwijd 155.945 voertuigen af. Vooral in China en Noord-Amerika daalde de vraag, terwijl de verkopen in Europa toenamen. Lees hier meer. 

The post Joeri Rietveld nieuwe eigenaar VD Gugten Porsche Service first appeared on Automotive Online.

Universeel autobedrijf Bie Olthof in Nijverdal won in oktober de felbegeerde titel Bovag Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024. Eigenaar Ian Olthof vertelt over de weg die naar het succes leidde.

Vlak voor het interview wijst Ian Olthof (33) op een foto die in de vensterbank van zijn werkkamer staat. Op het zwartwit-beeld is een kleine werkplaats in een garage te zien. De pittoreske afbeelding doet huiselijk aan. “Daar begon het allemaal,” vertelt Olthof. “Deze foto is in 1988 genomen, nog voor mijn geboorte. In dat kleine schuurtje in Hellendoorn is mijn vader Jan, echt een man van de techniek, begonnen met het sleutelen aan auto’s. Even later, in 1990, kochten mijn ouders het autobedrijf en tankstation van de familie Prangsma. Dit was een autobedrijf met een wit keetje erbij.”

Nu, zo’n drieënhalf decennium later is het bedrijf van Ian Olthof, die in 2017 mede-eigenaar van het bedrijf werd en in 2023 de regie van zijn vader volledig overnam, door de Bovag onderscheiden als Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024. Het bedrijf, dat nu Bie Olthof heet en een full service autobedrijf is, is daarmee de opvolger van Stolk Autoservice. “Dat is een prachtige onderscheiding, een titel die we het komende jaar ook volop en met trots gaan uitdragen. Het is een mooie erkenning voor het werk dat we hier nu met 24 medewerkers verrichten.”

Olthof beschrijft de weg die naar het succes leidde. “We begonnen klein en simpel. Mijn vader had een bedrijf opgebouwd dat een hele goede naam in de regio had. Daar kon ik op voortborduren. En die goede naam is altijd de belangrijkste pijler onder dit bedrijf gebleven. Goede service bieden staat voor mij op de eerste plek. Als een klant een probleem heeft, lossen we dat op. Geen discussie. Zo groeit vertrouwen. We kunnen nu bij wijze van spreken met twee woorden een auto verkopen.”

Bie Olthof (Twents voor ‘bij Olthof’) is anno 2024 een autobedrijf met eigen werkplaats en een tankstation met shop, waar aanhangwagens en bussen worden verhuurd en vers belegde broodjes verkocht. Het bedrijf koopt en verkoopt ook dagelijks auto’s. “Wij verkopen zo’n 550 occasions per jaar. Deze komen uit de groothandel, Indewal in Zwolle bijvoorbeeld. Door ze bij de groothandel in te kopen, krijg ik misschien niet de allerbeste marges, maar ik weet wel waar ik aan toe ben. De levertijden zijn relatief kort en de auto’s worden hier schoon geleverd. Dat vind ik prettig. Als ze bijvoorbeeld uit Duitsland moeten komen, ben ik zo’n zes of zeven weken verder voordat ze daadwerkelijk op kenteken staan. Maar als ik aan het begin van de week tien auto’s bij Indewal koop, staan ze eind van de week op onze website. Ik heb nu zo’n zestig occasions online staan. Deze zitten in de prijsklasse tussen 10 en 40 duizend euro. Gemiddelde auto’s dus. Ik ben afgestapt van het hele oude segment. Daarop liep ik leeg. Waar ik wel blij mee ben? De Japanse auto’s. Die hebben niet voor niets een goede naam.”

Teamspeler

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ook bij Olthof, die zichzelf meer als ondernemer dan als ‘werkplaatsman’ omschrijft. “Daarom was ook een van mijn eerste handelingen het aanstellen van een werkplaatschef, zodat ik mij meer op de in- en verkoop kan richten. Handelen zit meer in mijn bloed. Bovendien ben ik een teamspeler. Wij hebben hier 24 mensen op de loonlijst, waaronder zes monteurs en twee receptionisten. Mijn taak is om te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant opstaan. Ik hoop dat het nog heel lang zal duren, maar stel dat ik, om wat voor reden dan ook wegval, wil ik dat het bedrijf doordraait. Maar ik heb het ontzettend naar mijn zin, wil nog heel lang ‘bie Olthof’ blijven.”

Over de toekomst gesproken: groeien is niet de belangrijkste ambitie van Ian Olthof. “De afgelopen acht, negen jaar zijn we ieder jaar al gegroeid, we hebben veel geïnvesteerd. We hebben nu het punt bereikt dat echt groeien niet meer hoeft. Ik wil wel op deze plek blijven. Als wij bij wijze van spreken verhuizen naar een industriegebied aan de rand van Almelo, omdat we daar de groeiruimte hebben, verliezen wij onze identiteit. Nu is het zaak voor ons om stabiel te blijven en mee te gaan met de nieuwste ontwikkelingen,” doelt Olthof onder meer op de elektrificatie van het wagenpark.“Omdat we onafhankelijk zijn kunnen we snel schakelen, we waren een van de eerste onafhankelijke bedrijven die e-occasions durfden in te kopen.”

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

In de shop van Bie Olthof kunnen klanten terecht voor een kop koffie en vers belegde broodjes.

Formules

Olthof gaat prat op zijn onafhankelijkheid, zo vertelt hij even later. “Wij zijn niet aangesloten bij een formule omdat we zelf een formule zijn. Of wij ons toch in de toekomst ergens bij aansluiten? Ik denk het niet, maar helemaal nooit kan ik natuurlijk ook niet zeggen. Kijk, er wordt veel gezegd dat een formule ontzorgt, op marketinggebied, op sociale media, met HR-vraagstukken. Maar op dit moment hebben we die kennis zelf in huis. Bovendien spreekt de naam ‘Bie Olthof’ hier tot de verbeelding. Als we bijvoorbeeld ‘Vakgarage Olthof’ worden, verliezen we die unieke identiteit. Ik zie nu niet in hoe een formule ons kan ontzorgen. Neem de leveringen. Parts Points is onze onderdelenleverancier, daar zitten we gewoon zelf mee aan tafel. Daar heb ik geen formule voor nodig. En de sociale media van formules vind ik onpersoonlijk. Nogmaals, ik weet niet hoe de branche verandert en voor welke keuzes en overwegingen ik in de toekomst kom te staan, maar nu zoek ik geen toenadering tot formules.”

Dat Olthof op eigen benen kan staan, betekent niet dat hij geen kopzorgen heeft. “Ik lig wel eens wakker vanwege het personeelstekort,” zo erkent hij. “Het krijgen en vasthouden van goed technisch personeel is mijn grootste hoofdpijndossier. Ik weet dat er zo’n 11 duizend vacatures openstaan in monteursland. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik weet dat wij een fijne werkplaats hebben, maar monteurs zijn nu eenmaal moeilijk te vinden. Ik ben benieuwd hoe zich dit gaat ontwikkelen. Ik heb wel eens een sollicitatiegesprek met iemand die niet veel meer met auto’s heeft dan dat hij Formule 1 leuk vindt. Daar heb ik dus niets aan. Ik kan mij nog herinneren dat er eens een jonge jongen uit de streek op zijn zelfgebouwde brommer naar mij toekwam en zei: ‘Ian, ik ben op zoek naar een baan in de werkplaats’. Kijk, dat moet ik hebben! Dat is personeel waar je op kunt bouwen.”

Wij zijn niet aangesloten bij een formule, we zijn zelf een formule.

Het gebrek aan technisch personeel heeft ook invloed op het aantal werkplaatsdoorgangen, erkent Olthof tot zijn spijt. “Voor nieuwe klanten moeten wij ‘nee’ verkopen in de werkplaats. Dat doet pijn, maar het kan niet anders. Natuurlijk kunnen mensen die hier een occasion kopen wel bij ons terecht voor onderhoud. Dat kan ik niet maken om die af te wijzen. De wachttijd voor een onderhoudsbeurt is nu zo’n vier á vijf weken. Al is er altijd ruimte voor spoedgevallen. Daar hebben wij ook altijd leenauto’s voor staan.”

Ian Olthof: “Wij hebben hier 24 mensen op de loonlijst, waaronder zes monteurs en twee receptionisten. Mijn taak is om te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant opstaan.”

Onderscheiding

Terug naar de titel ‘Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024’ die Bie Olthof op 1 oktober kreeg van de Bovag. De onderscheiding doet Olthof extra goed omdat hij zichzelf als ‘Bovag-ambassadeur’ omschrijft. “De naam Bovag heeft een naamsbekendheid van 80 tot 90 procent bij de autorijder. Ik kan altijd bij ze terecht met vragen, bijvoorbeeld over cao’s. Ook zijn hun accountmanagers actief en is het keurmerk op het pand mij veel waard. Ze bieden veel, maar je moet er wel zelf iets uithalen. Ik ben ook heel blij dat we door ze onderscheiden zijn. We hebben die verkiezing vanaf het begin heel serieus genomen, er veel tijd in gestoken. Gelukkig heeft de jury gezien dat het ‘Olthof-DNA’ iets bijzonders is. Hoe ik het Olthof-DNA zou typeren?” Lachend: “Het klinkt heel cliché, maar goed, clichés zijn niet voor niets clichés: we hebben hier geen 9-tot-5-mentaliteit. Wij staan 24/7 klaar voor de klant. Zij zijn hier te gast. Ik spreek ook liever over gasten dan over klanten. De werknemers hier zijn naast monteur, winkelmedewerker of pompbediende ook gastheer of gastvrouw.”

The post Prijswinnende Bie Olthof ‘is zelf een formule’ first appeared on Automotive Online.

‘Duitsland is zeer gevoelig voor importtarieven, vooral als die auto’s betreffen. Indirect heeft dat ook een negatieve invloed op Nederland,’ aldus ING.

De verkiezingswinst van Donald Trump is economisch nadelig voor Nederland en Europa. Dat constateert ING in een analyse. Volgens ING ontstaat er ‘economische erosie door onzekerheid en deglobalisering’, nu Trump de komende vier jaar de scepter zwaait.

Trump heeft zich uitgesproken voor importtarieven voor Europese producten. Volgens ING hangt de onzekerheid van mogelijke handelsoorlog in de lucht. ‘De onzekerheid over Amerikaanse importtarieven zullen als een zwaard van Damocles boven de Europese industrie hangen’, stelt ING in de analyse. ‘Uit de eerste termijn van Trump is gebleken dat alleen de dreiging van hogere tarieven al een negatieve impact op de investeringen en orders voor een sector kunnen hebben, denk aan de auto-industrie.’

Duitsland

Als Trump in 2025 inderdaad overgaat tot de invoering van tarieven, heeft dat een drukkend effect op de economie, voorspelt ING. ‘Indien Trump kiest voor tarieven op alle importen zoals hij tijdens zijn campagne aangegeven heeft, zullen Nederlandse sectoren die veel naar de VS exporteren, zoals de chemie, farmaceutische producten, voertuigonderdelen, machines, maar ook de groothandel en transport hier rechtstreeks door geraakt worden. Duitsland is ook zeer gevoelig voor importtarieven, vooral als die ook auto’s betreffen. Indirect heeft dat ook een negatieve invloed op Nederland, zoals via voertuigonderdelen maar ook andere exporten naar Duitsland.’

Ondernemend Nederland (ONL) staat anders in de wedstrijd. “In ons kleine land worden we overspoeld met beelden in praatprogramma’s waarin Trump als een soort gekkie wordt neergezet, maar als ik met ondernemers uit Amerika en Nederland spreek, hoor ik over het algemeen toch positieve geluiden”, reageert Erik Ziengs, voorzitter van ONL.

Europese recessie

Volgens ING is het cruciaal hoe Europa omgaat met de komst van Amerikaanse tarieven. ‘Door te zoeken naar een bilaterale deal met de VS, of door zelf ook flinke tarieven op Amerikaanse importen te leggen. Dat eerste is economisch aantrekkelijker’, vervolgt ING in zijn analyse. ‘De vraag is dan welke concessies nodig zijn voor zo’n deal, wat zou kunnen gaan om importtarieven op China. In elk geval zullen tegenmaatregelen in principe impactvoller voor de Nederlandse economie zijn dan de Amerikaanse sancties, omdat Nederland vooral een rol heeft bij de importen vanuit de Verenigde Staten en China. Ook zouden hogere Europese importtarieven de Nederlandse inflatie verder verhogen.’

ING verwacht dat deze maatregelen tot ‘een kleine recessie voor de Europese economie’ zouden kunnen leiden. Maar dat is niet de schok waar ING bang voor is: ‘De zorgen over de economie gaan over de versnellende erosie van de internationale multilaterale samenwerking die in de eerste termijn van Trump ingezet is, waar een klein handelsland als Nederland zeer van profiteert. Dit zet druk op het succesvolle exportmodel waar de Nederlandse economie veel welvaart mee verkregen heeft’.

Kansen

Ziengs denkt niet dat het zover komt. Hij wijst erop dat de handelsrelaties met de Verenigde Staten altijd goed zijn geweest en dat het onwaarschijnlijk is dat hier nu verandering in komt. Daarbij denkt Ziengs dat de gevolgen van eventuele importtarieven die Trump op termijn wil invoeren wel mee zullen vallen. “Nederland is van oudsher een handelsland, we zijn ook een doorvoerhaven en we hebben altijd kunnen profiteren van Amerika. Handelsrestricties en marktmachten zijn er altijd al geweest, en wij springen er als Nederland altijd redelijk uit.”

ING ziet juist kansen voor Europa om verder economisch te integreren in lijn met het rapport van Mario Draghi, die kort gezegd pleit voor meer Europese investeringen.

The post ING: Verkiezing Trump economisch nadelig voor Europa en Nederland first appeared on Automotive Online.

Door de komst van EV’s ligt er volgens Eurol Lubricants steeds meer nadruk op de kwaliteit van smeermiddelen. Hoe wappert de vlag in olie- en smeermiddelenland? ‘Er komt meer nadruk op de kwaliteit van smeermiddelen’.

Fabrikanten van smeermiddelen zien een uitdagende periode aan de horizon opdoemen. Dat komt niet in de laatste plaats door verduurzaming en het groeiende aantal EV’s in het wagenpark. Elektrische auto’s hebben minder bewegende onderdelen dan auto’s met fossiele aandrijving door het ontbreken van een verbrandingsmotor. En dus zou de vraag naar smeermiddelen logischerwijs kunnen dalen. Het Nederlandse Eurol Lubricants, producent van onder meer motorolie, rem- en koelvloeistof en sprays, maakt zich echter geen zorgen en verwacht dat de toekomst ‘gesmeerd’ zal blijven lopen.

“Smeermiddelen zullen altijd nodig zijn”, is Dennis Marsman, hoofd merk, marketing & communicatie bij Eurol, duidelijk. “Ongeacht hoe een voertuig of machine wordt aangedreven, alles wat beweegt moet gesmeerd worden. Ik geloof dat smeermiddelenbedrijven de opdracht hebben om voor verschillende markten innovatieve en duurzame smeermiddelen te ontwikkelen, producten die zorgen voor betere prestaties. Dit betekent dat we een nieuwe generatie smeermiddelen ontwikkelen die vriendelijker zijn voor mens en milieu en tegelijk zorgen voor minder energieverlies, lagere CO2-uitstoot en langere levensduur.”

Kennis

Het is volgens de smeermiddelenfabrikant essentieel dat er meer kennis over EV’s en smeermiddelen wordt overgedragen, juist om vooroordelen en misvattingen te voorkomen. Zo heeft Eurol een eigen academy opgericht om ‘actief kennis te delen over smeermiddelen’ voor gebruikers van Eurol-producten. Volgens Marsman gaan er nu een aantal onjuiste ideeën over smeermiddelen de ronde. Het product wordt, zo stelt hij, soms als fossiel en daardoor vies gezien. “Ik zie dat anders,” aldus Marsman.

“Ik geloof dat er juist minder fossiele brandstoffen worden gebruikt bij de productie van smeermiddelen dan velen denken. Veel mensen staan er niet bij stil dat maar één procent van een vat ruwe olie geschikt is voor smeermiddelenproductie. Onze huidige wereldeconomie draait op koolwaterstoffen. De plastic-, rubber- en schoonmaakmiddelen en verfindustrieën gebruiken ook nog altijd veel van oorsprong olieproducten. Wij hebben alternatieven, maar als de wereld nu van de ruwe olieverwerking af moet, komen er bij veel industrieën grotere uitdagingen bij. Overigens kunnen smeermiddelen ook vanuit hernieuwbare grondstoffen ontwikkeld worden, zowel op plant- of dierbasis en/of met opnieuw gewonnen grondstoffen”.

Het belang van hoogwaardige smeermiddelen wordt nog te vaak onderschat

‘Heavy duty’

Marsman erkent wel dat er het nodige gaat veranderen in de wereld van smeermiddelen. “Wanneer de elektrificatie verder doorzet neemt het volume motorolie af”, zo stelt ­Marsman. “Hierdoor komt er meer nadruk op de kwaliteit van smeermiddelen. Wij moeten dus de markt ervan overtuigen dat ze te maken hebben met een kwalitatief goed product, een die het verschil kan maken, zeker in deze tijd waar we in toenemende mate te maken hebben met kleinere verbrandingsmotoren, bio-bestanddelen in brandstoffen en milieumaatregelen. Het belang van hoogwaardige smeermiddelen om problemen tegen te gaan, zoals motorvervuiling en uitstoot, wordt nog te vaak onderschat.”

Vervolgens benadrukt Marsman dat er, ondanks de elektrificatie, geen einde aan het gebruik van smeermiddelen komt maar dat de focus verschuift naar zwaardere voertuigen. “Elektrische voertuigen hebben nog steeds andere vloeistoffen en vetten nodig,” zegt Marsman. Wij richten ons daarom naast EV’s ook op de zware markt (heavy duty, red.) van grote elektrische voertuigen waar wij de productlijn ‘E-Heavy Duty’ voor ontwikkeld hebben. Deze lijn helpt elektrisch materieel efficiënter te draaien en verlengt de levensduur van accu’s, wat energiebesparing oplevert.” Eurol werkt daarnaast aan nieuwe producten voor de EV-automarkt, aldus Marsman.

Koelvloeistoffen

Net zoals Petronas vorig jaar, benadrukt Eurol nu ook het belang van koelvloeistoffen in de heavy-duty sector. Jochem Verheij, senior technical advisor bij Eurol, geeft meer inzicht. “Koelvloeistoffen zijn onder meer belangrijk voor heavy duty-markten zoals truck, transport, agri en grondverzet en deze productgroep is daarom ook onderdeel van ons kernassortiment. Ik voorspel een verschuiving van technologie en eisen ten aanzien van koelvloeistoffen. Dat komt door de verschillende soorten systemen die EV’s en hybrides hebben.”

Verheij schetst een voorbeeld: “Om snel te kunnen laden en om de batterij in optimale conditie te houden bij temperatuurschommelingen zie je steeds meer direct gekoelde batterijpakketten voorbij komen. De koelvloeistof moet hiervoor aan eisen voldoen die weerstand bieden tegen het geleiden van stroom, zeker ook in geval van ongelukken. Een beschadigde batterij zou in zo’n geval via de vloeistof een kortsluiting of anderszins gevaarlijke situatie kunnen veroorzaken. Wereldwijd wordt er aan specificaties gewerkt hiervoor en wij houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.”

Service

Volgens Eurol is de eindgebruiker ‘een bepalende factor voor smeermiddelenproducenten’. Het bedrijf zet daarom meer in op serviceverlening. Marsman: “Wij richten ons primair op de professionele eindgebruikers. Uiteindelijk werken zij elke dag met onze producten en ervaren als geen ander de meerwaarde van onze producten en diensten. Onze adviseurs hebben elke dag contact met deze doelgroep. Van deze aanpak profiteren onze dealers, want zij doen de verkoop.”

Volgens Eurol heeft het bedrijf in de Nederlandse thuismarkt een stabiele positie in de automarkt. Dat komt, zo stelt Marsman, onder andere door de technische en commerciële ondersteuning die het bedrijf biedt bij dealer- en servicepunten. “Voor de automotive zijn onze serviceconcepten en digitale ondersteuning erg belangrijk en hier zetten we sterk op in. Daarnaast gaan we in de toekomst meer innovatieve en duurzame productlijnen introduceren. De carbon neutral lijn is hiervan een mooi voorbeeld.”

Dennis Marsman. (Foto: Eurol)

Additieven

Eurol ziet echter ook risico’s: door het gebruik van alternatieve oplossingen ontstaan er risico’s voor de bestaande motoren. “In de huidige technologische wereld zien we steeds meer verouderende ‘exotische technologieën’. Dit zijn oplossingen die fabrikanten hebben geïntroduceerd om de uitstoot te verlagen. Een voorbeeld hiervan is downsizing, waarbij kleine motoren, zoals 3-cilinders, hoge vermogens leveren dankzij turbo’s en direct ingespoten benzinesystemen. Hoewel deze technologieën als modern worden beschouwd, zijn ze inmiddels vaak al meer dan 10 jaar oud en hebben auto’s die hiermee zijn uitgerust inmiddels respectabele kilometerstanden bereikt.”

Vaak is vervuiling en schade al aanwezig voordat actie wordt ondernomen

Verheij vervolgt: “Door de combinatie van kleine motoren en hoge vermogens ontstaan er hogere temperaturen. Bij deze temperaturen ontstaat sneller vervuiling, vooral in combinatie met het gebruik van biobrandstoffen. Dit kan leiden tot problemen, zoals injectoren die niet goed werken, vastzittende zuigerveren en een hoger verbruik van olie en/of brandstof. Het belang van additieven, zowel voor de brandstoftank als de motorolie, is daardoor groter dan ooit. Preventief onderhoud met additieven kan helpen om problemen te voorkomen. Maar vaak is de vervuiling en schade al aanwezig voordat actie wordt ondernomen. In dat geval kunnen bepaalde producten worden ingezet als probleemoplossers. Daar hebben wij natuurlijk de producten voor.”

Jochem Verheij. (Foto: Eurol)

Onafhankelijke formule

Smeermiddelenfabrikanten benadrukken vaak de hoge kwaliteit van hun eigen producten, en gebruiken dit logischerwijs als promotietool. Zo presenteerde Petronas vorig jaar nog een nieuw product samen met zijn toekomstvisie waarbij duurzaamheid en ook kwaliteit centraal staan. Automotive benaderde een onafhankelijke formule om uit te leggen waar zij vooral waarde aan hechten op smeermiddelgebied. “Wij vinden het belangrijk dat een autobedrijf vrijheid heeft in de keuze van spullen die hij aanschaft. De producten die het bedrijf gebruikt moeten natuurlijk voldoen aan de OE-specificaties en aan publieksvoorwaarden. Dat kan dan een Shell-olie zijn, of een MPM-olie, een Kroon-olie maar natuurlijk ook een product van Eurol”, aldus een formule (die anoniem wil blijven).

Dat een onafhankelijke garageformule de garagist vrijheid van keuze wil bieden is een heldere boodschap, maar hoe verloopt de samenwerking tussen een formule en de smeermiddelleveranciers? “Formules worden ondersteund door een grossier, en een grossier heeft vaak een voorkeursolie. Zo heeft LKQ MPM-olie in het eigen assortiment, waardoor een LKQ-garageformule eerder dit merk zal gebruiken. Maar als je onafhankelijk bent, is een garagist niet verbonden aan een voorkeursoliemerk.”

Trainingen

Met alle nieuwe producten die smeermiddelenproducenten bedenken om motoren en batterijen sterk te houden komen trainingen nog meer centraal te staan. Dat herkennen verschillende formules. Zo biedt Partspoint bij zijn nieuwe locatie in Aalsmeer vanuit Tech360 bijvoorbeeld ook praktische en theoretische diagnose- en EV-trainingen.

Ook de (niet bij naam genoemde) formule zet daarop in. “Wij richten ons veel op EV-trainingen. Daarin vinden wij het belangrijk dat de autoverkoper, de receptionist, de eigenaar en iedereen eromheen genoeg kennis rondom EV’s in huis hebben (red., dus ook over smeermiddelen). Het is belangrijk dat als een ondernemer langskomt die twijfelt over zijn aankoop, dat hij gerustgesteld kan worden met goed advies.” Zo stelt de formule dat tegenwoordig kennis van bepaalde belastingwetgeving, verschillende laadvormen maar ook een gedeelte productkennis belangrijk is om een klant gerust te stellen. Zo draait de smeermiddelenwereld om meer dan alleen motorolie verversen. “Iedereen in een organisatie vindt het toch wel prettig als hij een goed kennisniveau heeft in gesprek met de klant.”

The post Smeermiddelenmarkt onder druk: kwaliteit en kennis belangrijker dan ooit first appeared on Automotive Online.